Een centrale focus in mijn oeuvre is de rol van stadslandschappen (urban landscapes) in het zoeken naar en creëren van nieuwe identiteiten. Door gebruik te maken van verschillende abstractieniveau’s tracht ik in mijn werken na te gaan welk effect deze beelden kunnen hebben op de toeschouwer. Elementen uit de landschappen, en de assemblage ervan, kunnen leiden tot nieuwe beelden en identiteiten. Kleine details – de structuur van een materiaal, de vorm van een ronding of een bepaalde lichtinval – kunnen aan een beeld een nieuwe schoonheid toekennen, die volgens mij kan bijdragen in een receptuur voor overleving in de urbane wereld van de 21ste eeuw die zo is gevuld met prikkels en de constante toevloed van beelden en indrukken.

Grote steden zoals Parijs, New York, Berlijn, Madrid, Rome, Brussel en Nantes kunnen zowel een bron van zuurstof zijn als van vervreemding, een voedingsbodem van inspiratie en van ongemak. Zij vormen telkens een organische samenleving op zich, die constant in verandering is, en waar geschiedenis en toekomst samenkomen en een eigen identiteit vormen. Op een uiteraard veel kleinere schaal kan je een gelijkaardige dynamiek zien in Tienen. In de elf jaar waarin ik deze stad mijn thuis mag noemen, is deze sterk geëvolueerd op demografisch en cultureel vlak. De ligging langs een belangrijke spoorlijn zorgt voor een interessante influx van nieuwe inwoners die elk op hun manier bijdragen tot de dynamiek van een kleine centrumstad.

In mijn werk tracht ik op zoek te gaan naar deze vormen van identiteit, transparantie, gelaagdheid en verbinding. Door een beeld te creëen door middel van kleur, vlakken, structuur, textuur, etc. wil ik me als kunstenaar verbinden met de realiteit van onze samenleving.

In mijn schilderproces probeer ik steeds eerst op zoek te gaan naar de essentie die ik kan vinden in een beeld, waarna ik door elementen weg te nemen en andere toe te voegen het beeld tracht uit te puren. Zo wil ik een rustpunt creëren, om me toe te staan echt te kijken en een verbinding te zoeken. Meer en meer onstaat ook de impuls om de vormen die ik uit de verschillende landschappen puur ook uit het schilderij te halen en dus buiten het doek te plaatsen. Op die manier wil ik meer ruimte vrijmaken om het landschap verder uit te puren en zo nog dieper te kunnen kijken.